Breakdance-les voor kinderen met en zonder handicap
Dansdocent Mark Kunst wil graag aan iedereen breakdance-les kunnen geven, ook aan kinderen met een handicap. Tijdens zijn opleiding heeft hij zich daarin gespecialiseerd, en als docent van een Samen Dansen breakdance-cursus bracht hij het in de praktijk. “Hier ervaren kinderen dat mensen met een handicap niet raar of gek zijn, en dat zij ook gewoon mee kunnen dansen.”
“Als breaking-docent wil ik universeel inzetbaar zijn”, vertelt Mark. “Ik wil aan iedere mogelijke groep en op alle mogelijke plekken les kunnen geven. Daar heb ik me op gericht bij mijn scriptie en stage in mijn opleiding tot dansdocent. Inclusieve dans hoort daarbij. Zeker bij breaking kun je ook met een beperking meedoen op hoog niveau.” Hij was dan ook enthousiast toen hij hoorde over de Samen Dansen breakdance-cursus, een initiatief van Stichting het Gehandicapte Kind om danscursussen te organiseren voor kinderen met en zonder handicap. En ook de dansstudio waar hij werkt, reageerde positief: “Studio DanZo wil dans met iedereen delen; iedereen moet mee kunnen doen.”
Aanpak van de lessen
De Samen Dansen cursus bestaat uit zes lessen en wordt gegeven door twee docenten, om voldoende te kunnen differentiëren en elke leerling aandacht te geven. Met zijn co-docent bereidde hij de lessen voor: “Ons idee was om in iedere les twee concepten te verwerken, bijvoorbeeld dynamieken in dans, hoogtelagen, improviseren, combinaties aanleren. Daarin zochten we een logische opbouw naar de eindpresentatie toe.” De standaard pasjes en trucjes wilde hij loslaten: “Vaste technieken kunnen een obstakel zijn. Ik wil dans laten zien vanuit vrijheid. Begin met wat je kunt en voeg daar dingen aan toe. De benadering is dan niet ‘je moet dit pasje kunnen’ maar ‘met welk pasje zou jij dit deel van de dans kunnen invullen?’”
Aanpassing voor kinderen met een handicap
In zijn Samen Dansen groep zat één meisje dat blind is, vertelt Mark. Of er meer handicaps waren, weet hij niet zeker: “Alleen als ik ergens expliciet rekening mee moet houden, wil ik het graag weten.”
In het begin was het even zoeken naar manieren om de les op een andere manier aan te bieden voor Pleun, het blinde meisje. Ideeën daarvoor deed hij op in overleg met Pleuns moeder, met collega’s, en spontaan tijdens de les: “Veel dingen kom je gaandeweg achter. Partysteps bijvoorbeeld zijn lastiger als je ze niet kunt zien. Daarom hebben we voor de verschillende steps verschillende ritmes gekozen zodat Pleun kon horen welke er bezig was. Ook van de ene kant naar de andere kant van de vloer dansen, was lastig voor Pleun. Want zij ziet niet waar ze is en welke kant ze op moet. Toen kwam ik op het idee om te blijven praten of klappen; op dat geluid kan zij zich oriënteren. En Pleuns moeder kwam met het idee om Pleun te laten voelen in welke danspositie wij staan. Want dansles is vooral visueel: dingen laten zien.”
Zo was een van de twee docenten vooral Pleun aan het helpen. Maar niet meer dan nodig: “Als het niet nodig was, namen we afstand. Als iemand het zonder hulp kan, wil je dat zo veel mogelijk aanmoedigen. Zeker bij de oefeningen waarbij kinderen samenwerken, is niet nodig om er ook een docent naast te zetten.”
Sfeer in de groep
De sfeer in de groep was goed, zag Mark; de kinderen gingen als vanzelfsprekend vrij en respectvol met elkaar om. “Ze hadden plezier en maakten grapjes met elkaar. Daar heb ik niet veel voor gedaan, dat ging vanzelf. Maar als het nodig was, hadden we dat natuurlijk wel gedaan. Bijvoorbeeld door andere kinderen met een blinddoek om een stuk van de les laten doen. Het is vooral belangrijk om begrip voor elkaar te hebben. Verder zijn duidelijke afspraken en grenzen altijd goed.”
Veel geleerd
De Samen Dansen cursus is met zes lessen relatief kort. Toch hebben de kinderen veel geleerd, zag Mark – en niet alleen breakdance-technieken. “Durven bewegen is iets wat bijna alle kinderen in de groep hebben geleerd. Ze hadden nog weinig met dans gedaan en vonden het eerst ongemakkelijk, maar aan het einde gingen ze ervoor. Ze hebben ook leren samenwerken, naar de eindvoorstelling toe. Ze hebben ervaren dat mensen met een handicap niet raar of gek zijn, alleen anders dan je misschien gewend bent, en dat zij ook gewoon mee kunnen dansen. En Pleun heeft geleerd om aan te geven wat ze nodig heeft; dat durfde ze eerst niet en aan het einde meer.”
En zelf neemt Mark een bijzondere herinnering mee van de cursus: “Het moment dat we voor het eerst met geluid gingen werken zodat Pleun zich daarop kon oriënteren. Eerst ging ze heel voorzichtig, stapje voor stapje, als we naar de overkant van de dansvloer dansten; ze wist niet hoe ver ze was en waar ze naartoe moest. Toen we met geluid gingen werken, heb ik haar aangemoedigd om snel te gaan. Die eerste keer dat ze met snelheid dansend naar de overkant ging, dat was mooi om te zien: hoe ze er volledig voor durfde te gaan.”